Grote ruimtes, weinig huur, maar ook slecht onderhouden huizen en onzekerheid over hoe lang je ergens kunt blijven. Dat is antikraak wonen. Naar schatting leven 50 duizend mensen in Nederland op deze manier. Wat gaat er met hen gebeuren nu de Tweede Kamer een nieuwe kraakwet heeft aangenomen en het originele doel van antikraak – beschermen tegen krakers – verdwijnt?

Niels van der Plas, persvoorlichter van Ad Hoc Beheer denkt niet dat antikraak wonen ophoudt te bestaan. “We zullen ons moeten aanpassen, maar onze business stopt zeker niet. Nu beschermen we vooral tegen kraak, maar ook tegen andere leegstandsrisico’s zoals vandalisme, diefstal en verloedering. Daar zullen we ons meer op gaan richten en we horen van vastgoedeigenaren dat daar ook behoefte aan is. Een pand ziet er nu eenmaal beter uit als het gebruikt wordt.” Ook gaan gemeentes belangrijker worden voor leegstandbestrijdingsbedrijven. “Eigenaren moeten leegstand straks gaan melden op het stadshuis. Als er na een bepaalde tijd geen oplossing is gevonden, kan de stad voorstellen bewoners in het pand te plaatsen.”

Ondertussen gaan er stemmen op dat antikrakers betere rechten zouden moeten krijgen, hoewel men het er niet over eens is wat voor rechten. Zij worden gezien als gebruikers en niet als bewoners van een pand. Ze hebben geen huurcontract, maar een woonovereenkomst waardoor ze niet onder de normale huurbescherming vallen. Er is geen officiële opzegtermijn, maar de meeste leegstandbeheerders houden twee weken aan. “Je hebt meer plichten dan rechten”, zegt antikraker Laura Elbertsen. “Je mag geen huisdieren houden en geen feestjes geven. Als buurtbewoners over je klagen kun je eruit gezet worden. Ook moet je ervoor zorgen dat het huis en een eventuele tuin er goed uitzien. Er komt regelmatig iemand langs om te controleren. Dat gebeurt op onverwachtse momenten; één keer lag ik nog in bed, ik schrok me dood. Wanneer er iets niet goed is, moet je het binnen een paar dagen in orde maken, ook al heb je geen tijd.”

Veel UM-studenten zien dat niet zitten. “We krijgen nooit vragen over antikraak wonen”, zegt Marion Hendriks van het Kamerburo. “We raden het ook niet aan. Ik denk dat we dan op de duur problemen krijgen met de reguliere woningcoöperaties waar we mee samenwerken. Daarbij denk ik dat studenten die graag antikraak willen wonen hun eigen weg wel vinden.”

“Je moet er wel het type voor zijn”, vindt Ed van Hees, die sinds drie jaar antikraak woont. “Wanneer er iets stuk is, stuurt Ad Hoc wel iemand langs, maar ze vragen soms ook of je het zelf kunt doen. Of ze leggen door de telefoon uit hoe het moet. De mensen die antikraak wonen zijn daar meestal makkelijk in, net zoals ze het niet erg vinden om te verhuizen.” “Het ligt ook aan je situatie”, zegt Nienke Deutz. “Je moet een paar adresjes achter de hand hebben waar je naar toe kunt als je even niets hebt. Ik ken veel collega-antikrakers en dus veel ruimte hebben. Daar kan ik terecht als ik mijn huis uit moet. Maar als ik dat niet had, weet ik niet of ik dit zou willen.”

Nieuwe kraakwet

Half oktober nam de Tweede Kamer een nieuwe wet aan waardoor kraken verboden wordt. Kraken werd tot nu toe niet gedoogd, zoals vaak wordt gedacht, maar is legaal mits een pand langer dan twaalf maanden leegstaat. De kraker forceert de deur en plaatst een symbolische huisraad. Als de politie heeft vastgesteld dat het om een terechte kraak gaat, is er geen sprake meer van een strafbaar feit maar van een civiel geschil tussen kraker en vastgoedeigenaar. Wanneer de nieuwe wet in werking treedt is kraken altijd strafbaar. Er staat één jaar gevangenisstraf voor, wat kan oplopen tot twee jaar en acht maanden als de krakers in groepen opereren en geweld gebruiken.

Lees het volledige artikel:
Bron: Observant – Je moet er wel het type voor zijn