De Tweede Kamer discussieerde 14 oktober over de wet Kraken en Leegstand (CDA, CU, VVD). Deze wet beoogt kraken te verbieden. Daarbij wordt leegstandsbeheer door middel van gebruikovereenkomsten aangemerkt als adequaat middel tegen leegstand. In de praktijk gaat het bij dat leegstandsbeheer meestal om beheer door antikraakbureaus als AdHoc, HOD en Camelot. De Woonbond maakt zich ernstig zorgen over de grote nadruk op de mogelijkheden van antikraak als alternatief voor kraken. Kraakwachten genieten momenteel namelijk geen enkele bescherming. Daartegenover staat dat zij bijna altijd een forse tegenprestatie moeten leveren in de vorm van geld en diensten en dat hun privacy ernstig wordt geschonden. De Woonbond vindt het de hoogste tijd dat er eisen worden gesteld aan antikraak, om een eind te maken aan de rechteloze situatie waarin kraakwachten zich bevinden. Directeur Ronald Paping: ‘Als er een keurmerk komt waaraan antikraakbureaus moeten voldoen, mag dat per se geen lege huls zijn. Er moeten minimaal eisen worden gesteld op het gebied van opzegtermijnen, onaangekondigde betreding van het pand door de eigenaar en de gevraagde gebruiksvergoeding.’

De afgelopen weken veel kritiek is gekomen op antikraak als vorm van leegstandbeheer. Van kraakwachten wordt in de praktijk geëist dat zij een substantiële tegenprestatie leveren voor het gebruik van woonruimte, wat in strijd is met het karakter van antikraak. Daarnaast moet de antikraker accepteren dat er op elk moment en onaangekondigd een controleur langs kan komen, hij krijgt boetes als hij zich niet houdt aan de regels van het antikraakbureau en het is hem verboden zijn ervaringen openbaar te maken. Een afwezigheid van drie dagen moet worden gemeld of er moet zelfs toestemming voor worden gevraagd. Vakanties van meer dan tien dagen zijn niet aan de orde, huisdieren zijn verboden en feestjes en barbecues zijn niet toegestaan.

Om de rechtsbescherming van kraakwachten te verbeteren, diende Kamerlid Jansen (SP) een amendement in op het wetsvoorstel Kraken en Leegstand. De nieuwe wet zou vast moeten leggen dat er minimumeisen worden gesteld aan (antikraak)bruikleenovereenkomsten, bijvoorbeeld op het gebied van opzegtermijnen, onaangekondigde betreding van het pand door de eigenaar en de gevraagde gebruiksvergoeding. De ministers Van der Laan (WWI) en Hirsch Ballin (Justitie) gaven een positief advies over het amendement van Jansen. Van der Laan onderschreef de doelstelling om de rechtsbescherming van kraakwachten te verbeteren.

Behalve het amendement werd er ook een motie ingediend. Dat gebeurde door Anker (CU) en Van Heugten (CDA). Zij willen bevorderen dat er een keurmerk of certificering voor leegstandbeheerorganisaties komt, waarmee gemeenten en vastgoedeigenaren eenvoudig kunnen herkennen welke bedrijven in de branche op een ‘goede, veilige, menswaardige en aanvaardbare’ wijze leegstaande gebouwen (laten) beheren. Een belangrijkd verschil tussen het amendement van Jansen en de motie van Anker en Van Heugten is, dat Jansen minimumeisen wil stellen aan de bruikleencontracten (inhoudelijk) en Anker en Van Heugten doelen op het bevorderen van een keurmerk voor antikraakbureaus zonder dat dat keurmerk iets zou moeten zeggen over gebruikscontracten.

Bron: Nederlandse Woonbond Amsterdam – Kraakwachten verdienen meer bescherming